SV | Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest. |
WLC | שְׁפֹ֣ךְ חֲמָתְךָ֗ עַל־הַגֹּויִם֙ אֲשֶׁ֣ר לֹֽא־יְדָע֔וּךָ וְעַל֙ מִשְׁפָּחֹ֔ות אֲשֶׁ֥ר בְּשִׁמְךָ֖ לֹ֣א קָרָ֑אוּ כִּֽי־אָכְל֣וּ אֶֽת־יַעֲקֹ֗ב וַאֲכָלֻ֙הוּ֙ וַיְכַלֻּ֔הוּ וְאֶת־נָוֵ֖הוּ הֵשַֽׁמּוּ׃ פ |
Trans. | šəfōḵə ḥămāṯəḵā ‘al-hagwōyim ’ăšer lō’-yəḏā‘ûḵā wə‘al mišəpāḥwōṯ ’ăšer bəšiməḵā lō’ qārā’û kî-’āḵəlû ’eṯ-ya‘ăqōḇ wa’ăḵāluhû wayəḵalluhû wə’eṯ-nāwēhû hēšammû: |
Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Stort Uw grimmigheid uit over de heidenen, die U niet kennen, en over de geslachten, die Uw Naam niet aanroepen; want zij hebben Jakob opgegeten, ja, zij hebben hem opgegeten, en hem verteerd, en zijn woning verwoest.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!